donderdag 1 december 2016

De venen...


Oud petgat..
Legakkers...
Het succes in de oude tocht het afgelopen seizoen was een geheel onverwachte sensatie, maar versterkte ook het inzicht dat ik toch het liefst rondzwerf in de veenweiden hier in de buurt... Een belangrijk deel van het water is inmiddels niet meer bevisbaar, maar ik heb inmiddels toch wat alternatieve stekken kunnen vinden welke wellicht potentie hebben, en er is sinds dit jaar ook wat nieuw water binnen de federatie beschikbaar gekomen... Een heugelijke ontwikkeling, want er blijft voor mij nu eenmaal niks mooiers dan het struinen door groene weiden en vissen in ondiepe poldersloten..

Het is niet alleen het goede karperbestand wat me hier al jaren naartoe trekt, maar met name de schoonheid van het landschap... Een gebied wat op het eerste gezicht weinig spectaculair lijkt, maar het eigen karakter van dit cultuurlandschap is onmiskenbaar en de ontwikkeling ervan fascinerend... Het gebied is grotendeels gevormd door de winning van turf, eeuwenlang de dagelijkse brandstof in de lage landen. Als goedkope en ruim voorhanden zijnde levensbehoefte, heeft turf dan ook in grote mate bijgedragen aan de voorspoed in de gouden eeuw.. Het is niets meer of minder dan gedroogde veengrond; een bodemsoort ontstaan gedurende duizenden jaren, door afsterving en opstapeling van plantenresten in de uitgestrekte moerassen waar dit gebied toen nog voornamelijk uit bestond.. De veengrond werd in eerste instantie eenvoudigweg tot aan het grondwater in blokken uit de bodem gestoken, maar door de immer stijgende vraag en het steeds meer wegvallen van droge grond, moest er overgegaan worden tot veenwinning onder de waterspiegel. Hierbij werd het veen in de vorm van bagger naar boven gehaald om vervolgens te laten drogen om daarna weer tot turven gesneden te worden. Deze veenbagger werd met de baggerbeugel, een netje met lange houten steel, uit de zgn petgaten naar boven geschept en te drogen gelegd op de evenwijdig liggende legakkers. Deze legakkers zijn heden ten dage nog zichtbaar en vormen een karakteristiek onderdeel van het landschapsbeeld in de regio..                                    
                                                                                                                                                                                                              
Turf..
Net als een ander fenomeen: langwerpige stroken weiland met daartussen  afwateringssloten.. Want de bodem moest zo veel mogelijk droog gehouden worden om landbouw mogelijk te maken.. Met name veeteelt, want de bodem was te drassig voor akkerbouw. Veeteelt die echter door de jaren steeds meer verdween omdat de vervening meer opbracht, waarbij het eeuwenlang afgraven van de veenbodem de weidegronden deed veranderen in uitgestrekte plassen... Een ontwikkeling die door de overheden met lede ogen werd aangezien omdat, naast wateroverlast, 
het verdwijnen van landbouwgrond leidde tot het wegvallen van 
Karakteristiek Vinkeveen...
belastinginkomsten uit de agrarische sector. Hierdoor werd er ten slotte overgegaan tot het droogleggen van deze alsmaar verder uitdijende watermassa... De bovenaan afgebeelde kaart uit 1849 geeft een aardig beeld van de genoemde ontwikkelingsfasen: De gebieden ten Noordwesten van

Uithoorn, De Kwakel, en ten Noorden van Wilnis, bestaan nog grotendeels uit water. Hier is de vervening nog in volle gang... Het gedeelte tussen Mijdrecht en Uithoorn is dan al drooggemalen, terwijl ten oosten van Vinkeveen de grootschalige veenwinning nog moet beginnen. Vinkeveen is dan ook het laatste gebied waar nog tot in de jaren 70 van de vorige eeuw veen werd gewonnen, toen al gemechaniseerd door de veenbaggermolen.. Er werd hier overigens besloten om de plassen niet droog te malen, maar juist verder af te graven.
Opbrengsten uit landbouw wogen toen al niet meer op tegen de kosten voor droogmaken, en er was vooral voor de aanleg van de nieuwe A2 en Bijlmermeer ook behoefte aan een andere bodemsoort:  Zand... In de eeuwen hiervoor was de veenarbeid nog gewoon zeer zwaar en onderbetaald handwerk... De enige die er wel bij vaarden waren de veenbazen die door de goede opbrengst steeds meer land konden opkopen om de vervening steeds verder uit te kunnen breiden.. En al met al ontstonden zo deze fraaie viswateren. Want wat er overbleef was grasland doorspekt met sloten en oude petgaten, omringd door dijken met ringvaarten en weteringen, en hier en daar nog een oude veenplas.. Een schitterend groen gebied met prachtige oevervegetatie en voedselrijk water getuige de indrukwekkende vissen die deze ondiepe wateren al vele jaren voortbrengen.. Moge het voor altijd zo blijven....





6 opmerkingen:

  1. Mooi stukje Rombout.
    Herkenbaar ook, veenpolders zijn vaak erg mooi en door de eigenschappen van het veen komen bepaalde plantensoorten vooral daar voor. Ook bv de ringslang doet het goed omdat eieren leggen in het veen zorgt voor de benodigde warmte.
    Je (of eigenlijk wij) boffen maar dat we er met onze kont middenin wonen!

    gr Andries

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je Andries..
    Zeker weten..voor de visser geen mooiere thuisbasis...!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een ode aan de veengebieden! Prachtig informatief stuk. Onder het genot van een glas whiskey heb ik gisteravond genoten!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Precies de juiste drank om in de veensfeer te blijven! Dank voor je leuke compliment Andres...

      Verwijderen
  4. Mooi stukje geschiedenis verwoord. De mens en de wereld en wat we ermee uithalen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dank je Fer...! Voor de visser een geluk in dit geval.. :-)

    BeantwoordenVerwijderen