zondag 27 december 2015

Glorie en historie: De Hollandse Dijk


Beschreef ik in de vorige blog de teloorgang van mooi verenigingswater, een jaar hiervoor was er ook al een schitterende penvisstek verloren gegaan. Zonder te willen neigen naar treurnis en melancholie, want de karpertoekomst is zeker nog zonnig in deze buurt, denk ik dat ook deze voorheen zo karakteristieke plek een plaats verdient op deze blog.... Want één van de mooiste stekken die ik aantrof nadat we in Uithoorn kwamen wonen was de poldervaart langs de Hollandse Dijk... 
1615
1749
1849
Nu...
Oude grenspaal....


De Hollandse dijk rond 2005...
De zelfde plek nu....
Water, dijk en polder nog in volle glorie...
















De Hollandse Dijk is een oude landscheiding welke al op kaarten van begin 17e eeuw voorkomt, en waar Uithoorn tot voor kort ophield om plaats te maken voor een schitterend weidelandschap. Een oud water dus, waar vroeger de grens lag tussen de gewesten Utrecht en Holland, getuige de op de dijk staande oude grenspaal. De dijk vormt de afscheiding tussen de Bovenkerker en Thamerpolder, beiden in de loop der eeuwen verveend en drooggemalen. De hierbij afgebeelde oude kaarten laten de situatie zien in 1615, in 1749 tijdens de vervening, en 100 jaar later als de Bovenkerkerpolder al drooggemalen is.
Met een prachtig uitzicht over het schilderachtige landschap was het altijd een plek met een historisch voelbaar karakter.... De dijk is in recentere tijden redelijk autoluw gebleven en wordt ook intensief gebruikt door fietsers en hardlopers. En.... er werd nauwelijks gevist....  Zeker niet in die delen waar de meeste karpers zich ophielden. En daar was een duidelijke reden voor: De oever was er veel te schuin. Je moest nogal wat halsbrekende toeren uithalen om je goed langs het water te kunnen positioneren, en een gehaakte karper de kant op krijgen was niet eenvoudig. Je moest je als het ware naar beneden laten glijden om daarna weer tegen de oever op te klimmen... Ik kwam hier in de loop der jaren slechts een paar keer andere vissers tegen, en die kwamen dan voor een andere attractie die dit water bood: De graskarper... 
Deze oude populatie was in ieder geval tot voor kort nog in leven,  waaronder een aantal grote jongens van rond de meter... Ik zelf heb er ooit bij toeval één, wat kleiner exemplaar, gevangenDe dijk grenst deels aan een stukje bos en hier huisde een flinke populatie uilen en een aantal buizerds. In de avond kwamen de uilen vanuit het bos de polder in om op muizen te jagen.. Een schitterend gezicht...En zittend in het hoge gras keek je zo de prachtige weilanden in met in de verte de skyline van Amsterdam... Maar dat alles is nu dus voorbij... Want inmiddels loopt hier de omgelegde provinciale weg N201: Een van de drukste wegen van de randstad. Precies op een minder steile plek, waar ik graag mocht zitten, is een lelijke brug verrezen, welke Uithoorn met deze nieuwe weg verbindt, en tussen de dijk en de weg ligt nu een wandelgebiedje wat inmiddels voornamelijk lijkt te dienen als hondenuitlaatplaats. Je kan er nog steeds vissen, maar ook de tocht zelf is van zijn glorie ontdaan...Het beste deel is uitgebaggerd en beschoeid. Waterbouwkundig noodzakelijk natuurlijk...

Typerende bruine kleur......
Midden overdag:  20 pond aan de Thomas Lont....
 
22 ponder vroeg in de ochtend..



 











Met 24 pond de zwaarste....

Maar de glans is er af.. Want het water leende zich altijd uitstekend om te stalken vanwege de geringe diepte en de oevervegetatie aan de overkant, waar je de vissen de kant af kon zien stropen naar voedsel.. Ook lagen er in de winter na de werkzaamheden aan de kant van het nieuw te bouwen gemaal een behoorlijk aantal dode exemplaren waaronder 2 grote jongens... Zeer triest want de karperpopulatie was hier altijd buitengewoon indrukwekkend... Ik ving er door de jaren tientallen en de vissen waren hier echt beresterk... Dit laatste had misschien te maken met het feit dat ze vaak tegen een stevige stroom in moesten zwemmen.. De tocht werd namelijk behoorlijk zwaar bemalen, al sinds 1879, en de trek tijdens de bemaling was zo sterk dat penvissen dan niet mogelijk was..  Op één plek na: De inham bij de uit 1894 daterende, nog ouderwets gemetselde, uitwatering op ca. 500 meter van het gemaal. Ik haakte hier tijdens de bemaling eens een karper die door de stroom meegevoerd werd en ik moest tientallen meters meelopen om steeds beetje bij beetje in te kunnen halen. Op windstille heldere dagen waren de vissen goed te observeren, en met name de paaitijd gaf een goede indruk van het bestand. Zeelt en brasem zat er nauwelijks. De bodem was op veel plekken bedekt met wier en het was er, op een paar plaatsen na, in het midden niet dieper dan een cm of 80. Het was ook hier dat er op een ochtend, niet lang voor of na de paaitijd, niet één maar twee karpers uit het schepnet kwamen.... De meeste vissen hadden een schitterende bruine kleur en je kon er ook midden overdag goed vangen.... 
De zwaarste die ik er ving was 24 pond... Al met al dus mooie vissersherinneringen aan een verloren gegaan karakteristiek stuk landschap. Maar ja...... wegen- en met name waterbouwkundige werken zijn in Holland nu eenmaal van alle tijden, en de tocht zal ooit een deel van zijn oude glorie wel weer terugwinnen zullen we maar denken.....
Ik zal er dan, net als in de afgelopen jaren, zeker weer te vinden zijn.....