Als je weinig tijd hebt en ook nog weinig geduld en je houdt niet van stilzitten, dan kom je wat karpervissen betreft uit op de penhengel. Het penvissen is een eeuwen oude bezigheid waaraan in de loop der tijd weinig veranderd is: De materialen zijn, en worden, in de loop der tijd steeds verder verbeterd, maar de basis blijft gewoon het zelfde: Hengel, lijn, dobber, haak en aas. En met die eenvoudige uitrusting, en de immer fascinerende karper, is er veel avontuur te beleven. Deze blog is primair een uiting van mijn persoonlijke beleving van deze fantastische vorm van visserij, maar kan hopelijk ook inspireren en in het leukste geval wat interactie met medevissers opleveren. Na een leven lang vissen, waarvan de laatste jaren Alleen met de Penhengel kom je tot het besef: Je raakt nooit uitgeleerd....
Hengels
Qua vormgeving, afwerking, en uitstraling, is er in mijn
ogen niets zo mooi als de klassieke holglas hengels uit de jaren 70 en begin 80
van de vorige eeuw. De combinatie kurk, holglas, hardchroom en reelringen heeft voor mij iets bijna onweerstaanbaars. Hoe fraai dan ook, de hengels uit
die tijd zijn, met name onder wat zwaardere omstandigheden, helaas niet altijd
even bruikbaar in vergelijking met moderne materialen. De hengels zijn
bijzonder populair onder verzamelaars, echter in mijn beleving veelal te kort
en te licht om genoeg sturing te geven en controle te houden tijdens de dril.
Hardy bracht weliswaar later bv. een 1,75 Lbs. uitvoering van de Clarissa op de
markt, maar dit bleef een 11 voeter hetgeen bij deze sterkte te kort is in verhouding tot de
buigzaamheid, waardoor er te weinig dempend vermogen in de stok zit. Dergelijke korte hengels zijn natuurlijk wel handig om mee vanuit de boot te vissen, maar vanaf de kant geldt naar mijn smaak: Minimiaal 12 Ft, maar 13 Ft is beter.. De overigens schitterende Hardy Benelux IV is met 12 Ft. wel op lengte, maar heeft weer
een tamelijk grote diameter in het onderste deel, waardoor buiging en dempend
vermogen zich minder goed kunnen doorzetten. Later ontwikkelde langere
hengels als bv. de bijzonder fraaie CJW Under Feet 13Ft. 1,75Lbs boden
uitkomst, maar een stok als deze ligt weer behoorlijk zwaar in de hand. Er zit
dus een limiet aan holglas als het gaat om maximale lengte en zwaarte. Lichtere
hengels zakken te veel door en worden te slap, stevigere stokken veroorzaken
spierpijn op den duur.. Moderner holglas is gelukkig lichter dan bv.
het oude Fibatube glas en tot 12 ft. nog zeer goed bruikbaar. Gelukkig maar,
want het blijft een fantastisch materiaal met naast veel gevoel en uitstraling,
ook goede drileigenschappen. En ook de klassieke ronde reelringen zijn goed
bruikbaar, mits de kurken greep niet al te diep doorbuigt. De reelringen
moeten strak tegen de greep zitten (CJW !), en door eenvoudigweg de molenvoet
aan de uiteinden 2 x te omwikkelen met cellotape, komt de molen muurvast te
zitten: De tape tussen reelring en molenvoet fixeert de reelringen en voorkomt
glijden. Na het vissen de ringen los, en er komt geen afdruk in het
kurk.....
Qua vormgeving, afwerking, en uitstraling, is er in mijn ogen niets zo mooi als de klassieke holglas hengels uit de jaren 70 en begin 80 van de vorige eeuw. De combinatie kurk, holglas, hardchroom en reelringen heeft voor mij iets bijna onweerstaanbaars. Hoe fraai dan ook, de hengels uit die tijd zijn, met name onder wat zwaardere omstandigheden, helaas niet altijd even bruikbaar in vergelijking met moderne materialen. De hengels zijn bijzonder populair onder verzamelaars, echter in mijn beleving veelal te kort en te licht om genoeg sturing te geven en controle te houden tijdens de dril. Hardy bracht weliswaar later bv. een 1,75 Lbs. uitvoering van de Clarissa op de markt, maar dit bleef een 11 voeter hetgeen bij deze sterkte te kort is in verhouding tot de buigzaamheid, waardoor er te weinig dempend vermogen in de stok zit. Dergelijke korte hengels zijn natuurlijk wel handig om mee vanuit de boot te vissen, maar vanaf de kant geldt naar mijn smaak: Minimiaal 12 Ft, maar 13 Ft is beter.. De overigens schitterende Hardy Benelux IV is met 12 Ft. wel op lengte, maar heeft weer een tamelijk grote diameter in het onderste deel, waardoor buiging en dempend vermogen zich minder goed kunnen doorzetten. Later ontwikkelde langere hengels als bv. de bijzonder fraaie CJW Under Feet 13Ft. 1,75Lbs boden uitkomst, maar een stok als deze ligt weer behoorlijk zwaar in de hand. Er zit dus een limiet aan holglas als het gaat om maximale lengte en zwaarte. Lichtere hengels zakken te veel door en worden te slap, stevigere stokken veroorzaken spierpijn op den duur.. Moderner holglas is gelukkig lichter dan bv. het oude Fibatube glas en tot 12 ft. nog zeer goed bruikbaar. Gelukkig maar, want het blijft een fantastisch materiaal met naast veel gevoel en uitstraling, ook goede drileigenschappen. En ook de klassieke ronde reelringen zijn goed bruikbaar, mits de kurken greep niet al te diep doorbuigt. De reelringen moeten strak tegen de greep zitten (CJW !), en door eenvoudigweg de molenvoet aan de uiteinden 2 x te omwikkelen met cellotape, komt de molen muurvast te zitten: De tape tussen reelring en molenvoet fixeert de reelringen en voorkomt glijden. Na het vissen de ringen los, en er komt geen afdruk in het kurk.....
Materiaalkeuze
Van de hiernaast afgebeelde hengels zijn de Casting Corner en de Sensor ieder vervaardigd van Carbon Kevlar, en de Fair Play en CJW nog van holglas. De 12 ft Fair Play Winston Heavy en de 13 ft Casting Corner zijn beide 2 Lbs hengels, met totaal verschillende eigenschappen. Is de Winston, met z'n stuk hogere eigen gewicht, toch nog zacht te noemen, de CC is lichter, strakker en heeft meer topactie. Beide stokken zijn goed inzetbaar, waarbij de verschillende omstandigheden de hengelkeuze zullen bepalen. Hoewel bij het drillen van sterke karpers onder kritieke omstandigheden veel zal afhangen van geluk en de vaardigheid van de visser zelf, is een goed bruikbare hengel een eerste vereiste. Een goede penhengel is dan ook die hengel die het verschil kan maken tussen vangen of verspelen, nadat de vis gehaakt is. Dempend vermogen, kracht en sturing zijn wat mij betreft de kernwoorden in deze. Persoonlijk vis ik ook liever niet met al te dunne lijn, ook niet onder, "lichtere" omstandigheden zoals onbegroeid open water etc. Een gehaakte karper op drift die 40 meter lijn door de slip laat gieren op een 1 ponds hengel: Het is niet altijd verstandig. De reden is simpel: Hoe meer ruimte en tijd de vis krijgt tijdens de dril: hoe groter de kans op verspelen. Er wordt altijd weer gepraat over "licht vissen"... Ik denk met name door mensen die nooit een echte sterke karper aan de lijn hebben gehad. Het heeft echt geen enkele meerwaarde en je verspeelt er gewoon vissen door. Aas aan 30/00 lijn wordt net zo vaak en makkelijk opgeslurpt als aan 22/00. De meest ideale penhengels zijn misschien wel de hiernaast afgebeelde blank types CS1305-2 en CS 1306-2 van CTS uit Nieuw Zeeland. In dit geval zijn deze afgebouwd door Cor Spinhoven (Flex serie X Heavy & XX Heavy). Het zijn 13 voeters van naar schatting 1, 5/8 en 1,7/8 lbs geschikt voor lijnen van 26/100 resp. 30/00. Deze stokken zijn zeer schokabsorberend en hebben een fantastische krachtopbouw. Daarnaast zijn ze enorm sterk en bijzonder licht mede dankzij de nikkel-titanium geleideogen. Het afstoppend vermogen is echt fenomenaal. Ze zijn zeer buigzaam, door de dunne diameter, maar omdat het tevens dikwandige blanks zijn, tegelijk tamelijk strak waardoor er een constante druk uitgeoefend wordt, waarbij een gehaakte karper goed gestuurd kan worden.
Pennen
Voor pennen geldt: ieder z'n eigen voorkeur.. De pen die zijn bruikbaarheid al vele jaren bewijst is de z.g.n. Engelse pen met een draaggewicht van 2 gram: Niet te groot, niet te klein. Het soort als de 3 links afgebeelde types, met het drijflichaam aan de onderkant,voldoet waarschijnlijk het best, omdat hier opstekers beter mee zichtbaar zijn. De soort met het drijflichaam aan de bovenkant staat weliswaar stabieler en rechter in het water, maar bij een opsteker zal het drijflichaam niet ver genoeg het water uit kunnen komen. Het pennetje met centraal gat in het midden is ideaal voor de oppervlaktevisserij, of tussen de lelies. Voor de afstelling van de pen
gebruik ik alleen nog maar het hiernaast afgebeelde systeem. Het is hierbij de bedoeling dat het laatste loodje boven de haak de pen zodanig onder trekt, dat deze ca. 2 mm boven het wateroppervlak uitsteekt. Zonder het onderste loodje, dus met alleen het 1e loodje onder de pen, moet de pen dan ca. 2 a 2,5 cm uit het water steken, hetgeen inhoudt dat als de pen in deze stand staat ik zeker weet dat het onderste loodje op de bodem ligt. Bij deze afstelling wordt de haak dus pas na het afstellen van de pen aangeknoopt. Ik gebruik voor het hoofdlood de zgn. schuifloodjes van 2 gram. Loodhagels welke op de lijn geknepen moeten worden schieten nl. bij het drillen van de lijn af, tenzij ze zeer vast geplet worden, waarbij dan echter de lijn wordt beschadigd. Voor een nauwkeurige afstelling kan het loodje precies op het juiste gewicht geschuurd worden, en uitgeruimd uit aan de binnenkant zodat er een zeer dun rubber slangetje doorheen kan. Dit geheel kan voorzichtig op de lijn geknepen worden, of het kan rusten op een sinker, zoals hiernaast afgebeeld. Deze sinkers gebruik ik ook als onderste loodje. Sinkers zijn echt een zeer goed alternatief voor lood, en in meerdere gewichten verkrijgbaar. Erg goed zijn de Hooklinks van Korda, vervaardigd uit een mengsel van rubber en Tungsten, een zeer zwaar metaal.
Voor pennen geldt: ieder z'n eigen voorkeur.. De pen die zijn bruikbaarheid al vele jaren bewijst is de z.g.n. Engelse pen met een draaggewicht van 2 gram: Niet te groot, niet te klein. Het soort als de 3 links afgebeelde types, met het drijflichaam aan de onderkant,voldoet waarschijnlijk het best, omdat hier opstekers beter mee zichtbaar zijn. De soort met het drijflichaam aan de bovenkant staat weliswaar stabieler en rechter in het water, maar bij een opsteker zal het drijflichaam niet ver genoeg het water uit kunnen komen. Het pennetje met centraal gat in het midden is ideaal voor de oppervlaktevisserij, of tussen de lelies. Voor de afstelling van de pen
gebruik ik alleen nog maar het hiernaast afgebeelde systeem. Het is hierbij de bedoeling dat het laatste loodje boven de haak de pen zodanig onder trekt, dat deze ca. 2 mm boven het wateroppervlak uitsteekt. Zonder het onderste loodje, dus met alleen het 1e loodje onder de pen, moet de pen dan ca. 2 a 2,5 cm uit het water steken, hetgeen inhoudt dat als de pen in deze stand staat ik zeker weet dat het onderste loodje op de bodem ligt. Bij deze afstelling wordt de haak dus pas na het afstellen van de pen aangeknoopt. Ik gebruik voor het hoofdlood de zgn. schuifloodjes van 2 gram. Loodhagels welke op de lijn geknepen moeten worden schieten nl. bij het drillen van de lijn af, tenzij ze zeer vast geplet worden, waarbij dan echter de lijn wordt beschadigd. Voor een nauwkeurige afstelling kan het loodje precies op het juiste gewicht geschuurd worden, en uitgeruimd uit aan de binnenkant zodat er een zeer dun rubber slangetje doorheen kan. Dit geheel kan voorzichtig op de lijn geknepen worden, of het kan rusten op een sinker, zoals hiernaast afgebeeld. Deze sinkers gebruik ik ook als onderste loodje. Sinkers zijn echt een zeer goed alternatief voor lood, en in meerdere gewichten verkrijgbaar. Erg goed zijn de Hooklinks van Korda, vervaardigd uit een mengsel van rubber en Tungsten, een zeer zwaar metaal.
Lijn
Ook lijn is een kwestie van persoonlijke keuze, maar met name: vertrouwen.... Alle merken, types en uitvoeringen hebben weer hun eigen voor en nadelen. Qua treksterkte, souplesse en glad oppervlak is in mijn ogen de Super G-line van Gamakatsu (2) ongeƫvenaard. Het nadeel is misschien de fluoriderende kleur. Hoewel er genoeg vissen aan gevangen worden, lijkt het toch dat een lijn met een neutrale gedekte kleur voor meer aanbeten zorgt. Zeer sterk en knoopvast is ook Trabucco T-force Spinning (1), maar die is weer erg donker qua kleur, en stijf / zelf strekkend, en verspringt in dikte van 0,255 naar 0,31 mm, terwijl 0,28 in mijn ogen ideaal is qua dikte. Uiteindelijk kwam ik weer uit op de gewone G-line (4) van Gamakatsu, en Drennan double strength (3), in resp. 0,28 en 0,285 mm. Niet extra strong, maar soepele en knoopvaste lijnen die zich keer op keer bewezen hebben.
Molens
Voor molens bij het penvissen zou kunnen gelden: Het enige echt belangrijke is een goede slip. De molen moet verder qua grootte in balans zijn met de hengel. Ik prefereer 2500 molens omdat ze licht zijn, maar nog net groot genoeg qua spoelomvang om makkelijk lijn af te geven, en de beste ervaring heb ik met Shimano. Dit merk blinkt uit qua slipwerking, ook bij de goedkopere modellen. Dus Stella, Twin Power, Biomaster etc: Het hoeft echt niet...De hiernaast afgebeelde Exage heeft het allemaal al in huis. De klassieke uitstraling en tijdloze vormgeving zijn eveneens pluspunten.
Haken
De haak is de eerste verbinding met de vis, en is daarom een kritisch aspect bij het karpervissen. Voor het penvissen zijn haken met een ruime bocht het meest aan te raden. De meeste hengelsportzaken verkopen ze niet meer, maar naar mijn mening is de bledhaak voor het penvissen het beste. Ten eerste omdat de haak,mits goed geknoopt, recht in het verlengde van de lijn hangt, en ten tweede omdat dit de sterkst mogelijke verbinding is waarmee nylon aan een haak bevestigd kan worden. Mits goed geknoopt dus, en met gebruikmaking van een nieuw hulpmiddel, nl. shrinktube.
Van oudsher heeft de bledhaak nl. 1 groot nadeel: De bledrand snijdt in het nylon....Dit heeft te maken met de hoek waaronder de haak komt te staan t.o.v. het nylon als er aan de haak getrokken wordt, hetgeen altijd gebeurt vanuit de punt en de haakbocht. Ook al legt men de knoop nog zo nauwkeurig over het midden van het bledje ; onder zware spanning zal door de hoek waaronder het nylon komt te staan: a) de bovenkant van het bledje in de lijn drukken: b) de lijn tijdens de dril langs de zijkant van het bledje naar de achterkant willen schuiven, en daarbij dus langs de bledrand schuren. Om de lijn echt muurvast en nagenoeg onbreekbaar aan de haak te bevestigen kun je shrinktube gebruiken. Erg goed is de Korda 1.2 mm in groen. Gewoon stukjes van ca.7 mm lang afknippen,welke dan net over de bledrand heen gekrompen moeten worden. vervolgens de haak aanknopen met de zgn "2e bledknoop" en de zaak voorzichtig en gefaseerd strak trekken, waarbij de lijn precies over het midden van het bledje loopt. De lijn wordt nu ingebed in de shrinktube en zit als een huis......Persoonlijk vind ik de beste bledhaak die ik ooit tegengekomen ben de Trabucco Samurai 300 BN, welke echter al enige jaren niet meer gemaakt wordt. Ook zeer goed en nog steeds te bestellen: De Gamakatsu LS-3320.Het schepnet
Er zijn een aantal dingen belangrijk voor een schepnet: De steel moet lang genoeg zijn, en de verbinding netarmen-steel sterk. Daarnaast moet het net niet te klein zijn. Over dat laatste hoeven we ons als visser geen zorgen te maken, want de netten die tegenwoordig verkocht worden, zijn eerder te groot ...Verder is een fijnmazig net aan te bevelen, want dit beschadigt de vis minder. Nadeel is wel dat de voorste pen van de rug en aarsvin van de karper er in vast kan komen te zitten; hier zitten nl. een soort weerhaakjes aan: opletten dus.... Voor het penvissen is een licht net uiteraard het prettigst.
Verder onmisbaar
Een absoluut onmisbaar attribuut bij het penvissen is een zonnebril met polariserende glazen...Horizontale reflecties en schittering op het wateroppervlak worden er door gefiltreerd, waardoor men echt in het water kijkt. Daarbij hoort dan wel een pet met klep waardoor men het gezichtsveld af kan schermen van de zon. Een absolute must voor de penvisser is een vest met veel opbergruimte: Alles kan dan op het lichaam gedragen worden: Allerhande zaken als onthakingstangetjes, visvergunning, bril, klein materiaal als reservehaken etc., maar ook zakjes voer en aas.Tot zover wat beslommeringen over de hardware....
Het fotootje hiernaast geeft dan in een oogopslag aan wat penvissen inhoudt: Weinig uitrusting, lekker mobiel zijn, niet te lang blijven hangen, lekker rondstruinen en de vis opzoeken...
Daarover later meer....
Leuk dat je ook bent gaan bloggen Rombout. Blogs van penvissers zijn schaars. Ik ben benieuwd naar je belevingen.
BeantwoordenVerwijderenVolgens mij had je dat truckje van de krimpkous op een bledhaak eens uitgelegd als reactie op het blog van Hans Koeslag.
Dit is denk ik een goede oplossing voor de bledhaak maar ook voor het gebruik van de bledknoop op een haak met oogje.
Hierop trek ik te vaak de knoop stuk omdat het oogje meestal net niet goed afgewerkt is aan de steelaansluiting.
Daarom val ik dan meestal terug op de palomarknoop. Deze is overigens in mijn ogen uitstekend.
Ik zal het eens proberen met de krimpkous op een bledhaak.
Groeten, Michael
Hi Michael,
BeantwoordenVerwijderenLeuk dat je hier op reageert, want haken en knopen zijn een zeer belangrijk aspect bij het pennen natuurlijk...
Klopt.. Ik had dit ook op Hans' blog ook al opgemerkt....
De kracht ligt hierbij in feite in de 2e bledknoop... Dit is de een knoop zonder strop, waarbij het nylon zichzelf niet afknijpt / verzwakt.
Bij haak met oog lukt het truckje ook wel, maar dan wel liefst met oog wat iets schuin naar achteren staat.
De palomar knoop is ook zeer sterk inderdaad...
De knoop die ik zelf altijd voor haken met oog heb gebruikt is de Uniknoop., waarbij ik de lijn dan eerst nog een keer extra door het oog haal..
Zie: http://www.abc-sportvissen.be/images/images%20vissersknopen/uniknoop.jpg
Zowel de 2e bledknoop, als de uniknoop zijn tamelijk lastig, en vereisen enige oefening, maar
het zijn wel de sterkste knopen naam mijn smaak...
Bedankt voor je reactie en veel succes met de krimpkous!
Groet,
Rombout
Vraagje?? Weet jij de leeftijd van die casting corner hengel?? Heb exact dezelfde en ben benieuwd hoe oud hij is...
BeantwoordenVerwijderenHi Stephan,
BeantwoordenVerwijderenHengel stamt uit eind jaren 80.....
Groet,
Rombout